Wat is narratief onderzoek?
Hét narratief onderzoek bestaat niet. Onderzoek op basis van verhalen kent meerdere vormen die niet altijd met elkaar te vergelijken zijn. In algemene zin richt narratief onderzoek zich op het verzamelen, analyseren en interpreteren van verhalen als een manier om betekenis te geven aan menselijke ervaringen en begrip te krijgen van de wereld om ons heen. In dit artikel laten we zien waarom verhalen een krachtig middel zijn voor het monitoren, evalueren, leren en verantwoorden van beleid in het sociaal en publiek domein – zoals bestaanszekerheid, jeugdzorg, Wmo, gezondheid, participatie, armoede, leefbaarheid en wijkontwikkeling – én bij organisatorische vraagstukken zoals veranderprogramma’s, de toekomst van werk en werkbeleving.
Wat is een narratief?
Een verhaal met meerdere betekenissen
Een narratief wordt in de Van Dale aangeduid als een verhaal. Maar in de dagelijkse realiteit worden beide begrippen regelmatig door elkaar heen gebruikt. Bovendien zijn er verschillende definities van een narratief. In de literatuur, filosofie, psychologie en sociale wetenschappen wordt het begrip telkens op een andere manier ingevuld. Daarom is het belangrijk om te benoemen wat we er in dit artikel onder verstaan.
Een werkbare samenvatting is deze: een narratief is een manier van vertellen waarin losse gebeurtenissen worden samengebracht tot een samenhangend geheel. De betekenis van elke gebeurtenis wordt duidelijk in relatie tot dat geheel. Op die manier maakt een narratief zichtbaar wat iets betekent – voor de verteller zelf én voor de bredere context waarin het verhaal zich afspeelt.
Een lange traditie van verhalen bestuderen
De interesse in verhalen is niet nieuw. Al sinds de oudheid houden mensen zich bezig met het bestuderen van narratieven. Denk aan Aristoteles, die al schreef over de opbouw van een goed verhaal. In de moderne tijd is er een rijke traditie ontstaan binnen de literatuurwetenschap én de sociale wetenschappen. Onderzoekers als William Labov en Joshua Waletzky onderzochten hoe mensen verhalen vertellen in alledaagse gesprekken. Elliot Mishler benadrukte het belang van verhalen in interviews. In de filosofie en sociale theorieën schreven mensen als Paul Ricoeur, Jerome Bruner en Catherine Riessman over de rol van verhalen in identiteitsvorming en kennisproductie. Verhalen helpen ons om te begrijpen hoe mensen betekenis geven aan gebeurtenissen, hoe ze hun ervaringen delen en hoe die verhalen passen binnen bredere maatschappelijke kaders. Het bestuderen van narratieven slaat zo een brug tussen het persoonlijke en het sociale, tussen wat iemand meemaakt en hoe dat past in de tijd en cultuur waarin hij leeft.
De kracht van structuur en interpretatie
Een filosoof die een belangrijke bijdrage leverde aan de narratieve theorie was Paul Ricoeur. Zijn filosofie richtte zich op de betekenis van taal, verhalen en verbeelding en hoe deze de menselijke ervaring vormgeven. Volgens Ricoeur dragen verhalen bij aan onze narratieve identiteit: door te vertellen, geven mensen vorm aan hun leven en ervaringen.
Ricoeur benadrukt dat verhalen niet zomaar een chronologische opsomming van gebeurtenissen zijn. Ze ordenen losse momenten tot een samenhangend en betekenisvol geheel. Dit betekent dat niet alles wat iemand vertelt automatisch als waardevol narratief geldt. Het is de interpretatie en structurering die een verhaal betekenisvol maken.
Vrijuit vertellen én scherp luisteren
Bij narratief onderzoek is het daarom belangrijk om mensen vrijuit te laten vertellen, maar tegelijkertijd kritisch te kijken naar welke delen van het verhaal echt bijdragen aan het begrijpen van een ervaring of vraagstuk. Niet alles wat verteld wordt is per definitie relevant; het gaat erom de elementen te vinden die een samenhangende en betekenisvolle structuur vormen.
Waarom zijn verhalen belangrijk?
Narratieven geven gebeurtenissen structuur, betekenis en context. Jane Elliott beschrijft drie eigenschappen die narratieven tot een krachtig instrument maken in sociaal onderzoek:
- Tijdelijkheid (temporaliteit): verhalen brengen volgorde aan in gebeurtenissen. Ze maken inzichtelijk hoe ervaringen zich in de tijd ontwikkelen. Daarmee helpen ze bij het begrijpen van processen en veranderingen.
- Betekenisgeving: verhalen maken duidelijk wat iemand belangrijk vindt. Dat gebeurt niet alleen expliciet, maar ook impliciet via toon, woordkeuze en volgorde. Door te luisteren naar deze evaluaties, kunnen we beter begrijpen hoe mensen zelf hun ervaringen duiden.
- Sociale context: verhalen worden altijd verteld in een bepaalde situatie, aan een bepaald publiek. De inhoud van het verhaal wordt mede gevormd door de context waarin het verteld wordt.
Maar verhalen zijn méér dan een logboek van gebeurtenissen. Ze dragen een vorm van betekenis die meebeweegt. Volgens Dave Snowden hebben verhalen een essentiële ambiguïteit in zich en kunnen zich makkelijk aanpassen aan verschillende situaties. Die openheid maakt verhalen krachtig. Ze kunnen tegelijk herkenbaar én verrassend zijn, omdat ze zich aanpassen aan wie luistert, wanneer en waar. Zo ontstaan nieuwe interpretaties zonder dat het oorspronkelijke verhaal verdwijnt. Deze eigenschap maakt verhalen bij uitstek geschikt voor complexe vraagstukken waarin meerdere werkelijkheden naast elkaar bestaan.
Van eerste- naar tweede-orde verhalen
Narratief onderzoek maakt onderscheid tussen de verhalen die mensen zélf vertellen over hun leven (eerste-orde narratieven) en de verhalen die onderzoekers vervolgens construeren (tweede-orde narratieven). De eerste-orde verhalen geven inzicht in hoe mensen hun leven betekenis geven. De tweede-orde verhalen zijn onze analytische reconstructies, waarin we proberen patronen, thema’s of inzichten te destilleren uit wat verteld is. Als onderzoeker ben je dus zelf ook een verteller. Dat vraagt om reflexiviteit: je moet je bewust zijn van de keuzes die je maakt in wat je opschrijft, weglaat of benadrukt.
De rol van microverhalen
De term micro-narratief – ofwel kort, persoonlijk verhaal – werd geïntroduceerd door Max Boisot, een denker op het snijvlak van kennis, complexiteit en verhalen. Hij zag microverhalen als een manier om betekenis te geven aan wat mensen meemaken in het dagelijks leven. Zulke kleine verhalen zijn waardevol omdat ze snel verteld worden, dicht bij de ervaring blijven en tegelijk iets groters kunnen laten zien.
Boisot liet zien dat je met microverhalen toegang krijgt tot kennis die moeilijk te vangen is in cijfers of schema’s. In plaats van te zoeken naar één waarheid, helpen deze verhalen om verschillende perspectieven naast elkaar te zien. Dat maakt ze belangrijk voor onderzoek in situaties waar veel tegelijk speelt en waar ervaringen niet simpel te vangen zijn in een gemiddeld antwoord.
Betekenis van narratief onderzoek
Narratief onderzoek is in de loop van de tijd uitgegroeid tot een serieuze stroming binnen de sociale wetenschappen, filosofie en gezondheidswetenschappen. Binnen deze traditie hebben verschillende onderzoekers laten zien hoe krachtig verhalen zijn om menselijk gedrag en organisatieprocessen te begrijpen.
In de context van samenleving en organisaties zijn vooral Yiannis Gabriel, Barbara Czarniawska en David Boje invloedrijk geweest. Gabriel laat zien hoe verhalen functioneren als spiegels van organisatiecultuur en betekenisgeving. Czarniawska benadrukt hoe narratieven ons helpen organisatieverandering te doorgronden en hoe je verhalen als methode kunt gebruiken. Boje ontwikkelde verhalende benaderingen voor organisatieontwikkeling, waarin storytelling wordt ingezet om verandering op gang te brengen of zichtbaar te maken.
Wat hen bindt is de overtuiging dat verhalen niet alleen informatie dragen, maar ook betekenis, gevoel, spanning en richting. Narratief onderzoek richt zich dan ook op de verhalende aspecten van de menselijke ervaring. Het doel is om inzicht te krijgen in hoe mensen betekenis geven aan hun ervaringen en hoe zij zichzelf en hun wereld daarin vormgeven. Deze benadering helpt niet alleen onderzoekers, maar ook beleidsmakers en professionals om beleid en praktijk beter te begrijpen – vanuit het perspectief van de mensen om wie het gaat.
De kracht van verhalen voor monitoren, evalueren, leren en verantwoorden van beleid
Verhalen zijn waardevol omdat ze ons iets laten zien wat andere vormen van onderzoek vaak missen. Ze geven zicht op ervaringen, gevoelens en overtuigingen die mensen zelden uitspreken in een enquête of interview. Dat maakt verhalen een krachtig middel in beleid en praktijk.
Verhalen maken impliciete kennis zichtbaar
Wat mensen dagelijks meemaken en voelen is vaak lastig in woorden te vatten. Maar als iemand een verhaal vertelt, komen vanzelf details naar boven: wat belangrijk is, wat werkt, wat schuurt. Het verhaal helpt om te begrijpen hoe iets tot stand komt en wat het betekent voor die persoon. Dit maakt verhalen tot een directe ingang voor het ophalen van praktische, contextgebonden kennis.
Verhalen stimuleren leren en reflectie
Ons brein is gevoelig voor verhalen. We herkennen snel patronen, onthouden beelden en leggen verbanden. Verhalen maken het makkelijker om van elkaar te leren. Ze zorgen ervoor dat we ons kunnen inleven en stimuleren reflectie – zowel bij degene die vertelt als bij degene die luistert of leest.
Onze voorkeur voor microverhalen
We hebben daarbij bovendien een natuurlijke voorkeur voor microverhalen: kort, concreet, persoonlijk. Denk aan social media posts, blogs of ervaringen die je in een paar zinnen kunt samenvatten. Juist die kleine verhalen openen de deur naar diepere inzichten. Ze maken het makkelijker om te vertellen én om je te herkennen in wat een ander meemaakt.
Verhalen helpen om te verbeelden en vooruit te denken
Verhalen geven ruimte aan wat nog niet vastligt. Ze maken het mogelijk om aannemelijkheden te onderzoeken, scenario’s te verkennen en nieuwe mogelijkheden te zien. Denk aan literatuur of films die met fantasie iets zeggen over de werkelijkheid. Zo werken ook verhalen van inwoners of professionals: ze laten ons iets zien wat anders onder de radar blijft.
Verhalen leggen verbinding
Verhalen roepen herkenning op. Ze helpen om werelden te verbinden: tussen beleid en praktijk, tussen cijfers en gevoel, tussen systeem en leefwereld. Een goed verteld verhaal raakt en maakt ruimte voor gesprek, begrip en verandering.
SenseGuide werkt met een eigen narratieve methode die deze kracht van verhalen benut. We verzamelen en analyseren microverhalen – korte, betekenisvolle ervaringen – en verbinden die met patronen, context en beleidsvragen. Zo ontstaan inzichten die richting geven, nuance aanbrengen en het denken verruimen.
De inhoud van dit artikel is geschreven door Dave van Mourik, op basis van meer dan 15 jaar zelfstudie naar narratieve theorieën, cognitieve psychologie, complexiteitstheorieën en sensemaking.
Dave van Mourik
Dave is oprichter, eigenaar en managing partner van SenseGuide. Hij heeft een achtergrond in bedrijfseconomie en werkte jarenlang als organisatieadviseur. Tussen 2005 en 2012 was hij manager innovatie bij Alliander. Daar bracht hij het complexiteitsdenken en narratief sensemaking binnen in het innovatiemanagement. Sinds 2012 helpt hij met SenseGuide organisaties om deze benaderingen toe te passen op maatschappelijke en organisatorische vraagstukken.